Californian

De Californian

                            

De oorsprong van dit ras is Californië in de Verenigde Staten van Amerika. Het werd in 1966 in Nederland erkend. De Californian hoort bij de groep Kleurpatroon/uitmonstering in de Standaard. Het maximumgewicht  is 4,5 kg. Het is een vleesras, middenlang van type met brede achterhand, diepe borst en rug. In de zijden moeten ze fraai afgerond zijn. Deze aspecten van type en bouw moeten eerst in orde zijn, voordat men andere aspecten voor de verbetering aanpakt. Ze moeten vlees hebben dat niet vet mag zijn, met andere woorden: het vlees moet hard zijn. De kop moet krachtig ontwikkeld zijn en de oren  11 – 13 cm, V-vormig gedragen. Naast de genoemde fysieke eisen, die in de standaard verder zijn uitgewerkt, is de kleur van de dieren voor de fokker een zeer belangrijk gegeven. De kleur is afhankelijk van de leeftijd. Met andere woorden: de kleur is tijdgebonden. Ruwweg kun je zeggen dat dit ras wat lijkt op de Rus. Dat wil zeggen: extremiteiten gekleurd, liefst staart en nagels ook zo donker mogelijk. Bij de Californian hoeft het masker de onderkaak niet te omgeven. De norm voor de kleuring van de Californian verschilt nogal met die van de Rus. Het vergelijken van deze twee rassen op dit aspect is een nieuwsgierige opgave. De intensiteit van de kleur op de extremiteiten is bij de Californian geen reden voor puntenaftrek. Wel worden aan ogen, nagels en snorharen  eisen gesteld. De fokker van dit ras zal dan ook voortdurend bezig zijn met de ontwikkeling van de jonge dieren tot volwassenheid en ook daarna. De eisen voor een fokram moeten in het algemeen hoger zijn dan voor een fokvoedster, omdat meestal een ram meerdere voedsters dekt. Een enkelvoudige wam is bij de voedsters toegestaan. Voor de “oude” en de nieuwe fokker veel geluk met dit boeiende ras!