Rassen

 Welke rassen vertegenwoordigt

NRC & WNC

De speciaalclub, Nederlandse Russen, Californian & Witte Nieuw Zeelander Club ( NRC &WNC) kent naast de drie genoemde rassen ook het ras  Zwarte Nieuw Zeelander.

Deze 4 rassen worden op tentoonstellingen beoordeeld door bevoegde keurmeesters. De keurmeesters moeten de konijnen beoordelen naar de beschrijving van de ruim 50 rassen, die zijn opgenomen in de “ Konijnenstandaard Nederland”, uitgave 2007 met aanvullingen, 100 jaar na de eerste Standaard met toen 15 rassen, waaronder onze Rus.

Het is voor de fokkers van konijnen een liefhebberij om mooie exemplaren te fokken, zeker als men ook wil exposeren. Tussen inzenders van een bepaald ras ontstaat daardoor een sportieve competitie. In dit soort wedstrijd kan er ook maar één dier winnen. De eigenaar van het mooiste dier op de verschillende tentoonstellingen, is zeker niet altijd hetzelfde. Daarom gaan we met elkaar door met het fokken van mooie dieren. Dat doel is snel uitgesproken, maar we werken met de levende natuur. De rekenkunde is eenvoudiger, want 1 + 1 = 2. Bij het kruisen van 2 dieren komt vaak niet (helemaal) het gehoopte resultaat in de jongen te voorschijn in de groei naar volwassenheid. Voor nieuwe leden van  Kleindier Liefhebbers Nederland (KLN) en onze speciaalclub en de bestaande leden is dit altijd weer een bijzondere ervaring.

Het allerbelangrijkste voor de fokkers is het omgaan met eigen dieren thuis. Het volgen van de ontwikkeling vanaf geboorte tot volwassenheid van jonge dieren. Daarbij komt ook het met elkaar omgaan van eigenaar en konijn, dat wil zeggen het handtam  maken. Zo kunnen ze op een show voor de keurmeester prettig overkomen.

Voor de rasbespreking gaan we nu uit van de bovengenoemde volgorde. Bij deze rasbeschrijving gaan we meestal niet uit van de letterlijke tekst van de Standaard. Toch hopen we dat geïnteresseerde liefhebbers van konijnen een aanzetje krijgen om met één van onze rassen te beginnen.

De Rus

De Rus is dus een heel oud ras. Het is al beschreven in de eerste Standaard, die van 1907. Het ras is afkomstig uit Engeland. In de jongste Standaard van 2007 kan men zien dat er, in die ruim een eeuw, wel het één en ander is veranderd aan de rasbeschrijving. De Rus is een dier dat behoort tot de groep Tekeningrassen in de Standaard. Het ras mag maximaal 2,5 kg wegen. Het ruskonijn heeft een reeachtig gestrekt type met een goed afgeronde achterhand met gevulde schouders en ribbenpartij. De benen zijn relatief lang, recht en edel met kort gesloten voeten. De Rus toont zijn adel bij een middelhoge stand. De kop is een tikkeltje lang met oren van 8 – 10 cm, ideaal is 9 cm en de halspartij moet goed te zien zijn.  Het dier is een aangepaste albino. Dat houdt in dat het een witte pels heeft en rode ogen. Wat betekent  aangepast dan? De juiste volwassen verschijning is, dat de snuit, oren, benen en staart( met elkaar de extremiteiten) gekleurd zijn: zwart, blauw of bruin. Masker of snuit moet ook duidelijk om de onderkaak gekleurd zijn. Van belang zijn ook een zo donker mogelijke staart en nagels. De kleur is afhankelijk van aanwezig pigment. Het pigment is intensiever naarmate de omgevingstemperatuur lager is. Het gemiddelde aantal jongen per nest is 4 tot 6. Na ongeveer 7 maanden (van voorjaar naar najaar en winter) kan dit proces voltooid zijn. Het zal duidelijk zijn dat de eigenaar van de jonge dieren voortdurend in deze periode dat jonge spul bekijkt met vragen over hun ontwikkeling; heel boeiend. De echte liefhebber blijft ook daarna  de ontwikkeling van elk apart dier volgen. Met name voor inschrijving naar tentoonstellingen, keuzes voor een fokprogramma of verkoop om collega-fokkers van het ras te helpen met hun programma. Enige aanslag van kleur op plaatsen die wit moeten zijn, kan bij een keuring wat verlaging van punten geven, maar pas op doe ze niet te snel van de hand. Het kunnen juist heel goede fokdieren zijn. Na  een paring ( ram x voedster) kan na circa 31 dagen de voedster haar jongen in een vooraf door haar gemaakt nest leggen. Het  nest wordt gemaakt van strooisel, vaak stro, en  geplukt haar van haar eigen lichaam Bij koud weer kan de voedster na de geboorte de komende dagen nog haar bijplukken om de kleintjes warm te houden. De kleintjes zijn volledig kaal en hebben de eerste dagen een vleeskleurige babykleur. In de eerste week begint de haargroei al. Na ongeveer 3 weken komen de jongen uit het nest.  Boven is de verdere ontwikkeling al aangegeven. Bij de Rus is op een officiële keuring een wam niet toegestaan. Er is over dit ras nog veel meer te vertellen, maar de  geïnteresseerde fokker moet eigenlijk met eigen dieren in hun eigen hok ontdekken wat dat langere verhaal moet worden. Wij wensen de huidige en toekomstige Russenfokker veel succes!

 De Californian

                            

De oorsprong van dit ras is Californië in de Verenigde Staten van Amerika. Er werd al in 1923 melding van gemaakt. Het werd in 1966 in Nederland erkend. De Californian hoort bij de groep Kleurpatroon/uitmonstering in de Standaard. Het maximumgewicht  is 4,5 kg. Het is een vleesras, middenlang van type met brede achterhand, diepe borst en rug. In de zijden moeten ze fraai afgerond zijn. Deze aspecten van type en bouw moeten eerst in orde zijn, voordat men andere aspecten voor de verbetering aanpakt. Ze moeten vlees hebben dat niet vet mag zijn, met andere woorden: het vlees moet hard zijn. De kop moet krachtig ontwikkeld zijn en de oren  11 – 13 cm, V-vormig gedragen. Naast de genoemde fysieke eisen, die in de standaard verder zijn uitgewerkt, is de kleur van de dieren voor de fokker een zeer belangrijk gegeven. De kleur is afhankelijk van de leeftijd. Met andere woorden: de kleur is tijdgebonden. Ruwweg kun je zeggen dat dit ras wat lijkt op de Rus. Dat wil zeggen: extremiteiten gekleurd, liefst staart en nagels ook zo donker mogelijk. Bij de Californian hoeft het masker de onderkaak niet te omgeven. De norm voor de kleuring van de Californian verschilt nogal met die van de Rus. Het vergelijken van deze twee rassen op dit aspect is een nieuwsgierige opgave. De intensiteit van de kleur op de extremiteiten is bij de Californian geen reden voor puntenaftrek. Wel worden aan ogen, nagels en snorharen  eisen gesteld. De fokker van dit ras zal dan ook voortdurend bezig zijn met de ontwikkeling van de jonge dieren tot volwassenheid en ook daarna. De eisen voor een fokram moeten in het algemeen hoger zijn dan voor een fokvoedster, omdat meestal een ram meerdere voedsters dekt. Een enkelvoudige wam is bij de voedsters toegestaan. Ook mag een voedster met ingang van 1 april 2012 een pigmentvlek in de wam vertonen. Voor de “oude” en de nieuwe fokker veel geluk met dit boeiende ras!

  

De Witte Nieuw Zeelander

 

                                     

 

Ook dit ras is afkomstig uit de Verenigde Staten van Amerika. Het is in 1958 in ons land erkend bij de toenmailge NBKV. Het is ook een echt vleesras met een maximaal gewicht  van 5 kg. Het ras behoort tot de groep “Wit” in de Standaard.  Het type van de WNZ  is gedrongen, breed, goed gevormd en sterk gespierd met een krachtige en afgeronde achterhand. Het dier moet achter en voor even breed zijn. Dat geeft een massieve bouw. Een hals heeft dit ras eigenlijk niet, want de nek moet kort en krachtig zijn. Als we naar de foto kijken, zien we dat de voorbenen stevig , kort en gespierd zijn. De benen moeten het lichaam wel kunnen dragen. Kunnen ze dat niet, dan kan het dier zijn of haar rasadel in de stelling niet laten zien. De witte pels heeft een lengte van bijna 4 centimeter, dicht ingeplant met veel onderhaar. De eigenaar moet in de loop van de jaren dat hij dit ras fokt, weten hoe dik zijn vingers zijn en hoe ver de pels boven zijn hand mag uitsteken. Bij dit vleesras hoort ook een brede kop. Daarop een paar V-vormig gedragen oren, die stevig zijn met een lengte van 10 – 12 cm, ideaal is 11 cm. Bij dit ras is ook een kleine enkelvoudige wam toegestaan. Dit ras is over het gehele lichaam zuiver wit met rode ogen. De nagels zijn kleurloos. De eigenaar moet de dieren verzorgen door ze goed te voeren. Daarnaast is van het grootste belang dat de hokken  van de dieren schoon worden gehouden. Eenmaal per week uitmesten is noodzakelijk om te voorkomen dat de keurmeester op een volgende tentoonstelling constateert dat de benen niet wit zijn. Dat is een zware fout en dat heeft  een  “O “  van onvoldoende tot gevolg. Een serieuze fokker, die zichzelf respecteert, past dan schaamrood op de kaken. Benen met een gele kleur is een lichte fout en leidt tot puntenaftrek. De Witte Nieuw Zeelander vraagt om een ruim hok dat goed gestrooid wordt. Dan kan dit mooie ras veel liefhebbers hebben en hopelijk ook krijgen! De Witte Nieuw Zeelander komt ook terug in het logo van de Amerikaanse Konijnenfokkers bond.

 

De Zwarte Nieuw Zeelander

De Zwarte Nieuw Zeelander is in Nederland ontwikkeld en in 1981 erkend. De beschrijving van gewicht, type en bouw is volledig dezelfde als van de Witte Nieuw Zeelander. Het ras behoort tot de groep “Kleur” in de Standaard. Ook voor de pels geldt hetzelfde. De pels moet iets langer zijn dan normaal (3,5-4 cm.), zeer dicht ingepland en zeer dicht aan onderhaar. De dek- en granharen zijn van een krachtige structuur. Een lastig aspect is hierbij dat vaak te veel witte haren voorkomen. Voor tentoonstellingen mogen die individueel met de pincet verwijderd zijn. Als het plukjes witte haren zijn, ontstaat na weghalen vaak een kaal plekje. Bij opsporen daarvan door de ambterende keurmeester, verplicht dat hem tot het geven van een “O’. Door strenge selectie moet na meerdere generaties dit  weg te fokken zijn. De  benen moeten stevig zijn en niet te lang in de voorvoet. Voor de geïnteresseerde fokker is er nog zeker het één en ander aan mee te helpen om de ZNZ naast de andere clubrassen op eenzelfde niveau te brengen. U daarvoor in te zetten kan voor u en de andere clubleden veel plezier opleveren. Daarom  huidige en toekomstige fokkers heb onderling goed contact en help elkaar en eventuele nieuwe fokkers op een sportieve wijze vooruit. Petje af voor ons “nieuwe ras”!